In "Sneeuwwitje en de zeven dwergen" legt de verteller uit dat Sneeuwwitje, na de dood van haar vader, in het kasteel bleef met haar slechte en mooie stiefmoeder die haar als bijkeukenmeisje laat werken omdat ze jaloers is op haar schoonheid. De koningin vraagt ​​elke dag aan haar magische spiegel wie de mooiste vrouw van het koninkrijk is. Als ze zich niet langer geruststelt door de spiegel - die haar vertelt dat Sneeuwwitje nu de mooiste is - beveelt de woedende vrouw een jager om haar stiefdochter mee te nemen naar het bos en haar te vermoorden. Maar de jager, die medelijden heeft, laat het meisje vrij en ze vindt onderdak in een klein huis dat wordt bewoond door zeven dwergmijnwerkers. De dwergen ontvangen haar en Sneeuwwitje maakt zichzelf nuttig door schoon te maken en te koken. De stiefmoeder ontdekt echter via de spiegel dat het meisje nog leeft, dus neemt ze de gedaante aan van een oude dame en laat haar een vergiftigde appel eten. Sneeuwwitje valt in een slaap die lijkt op de dood, alleen de kus van een verliefde man kan haar wakker maken. De dwergen achtervolgen de koningin die van een klif valt. Sneeuwwitje wordt in een glazen kist geplaatst. Een prins die al heel lang van haar houdt, ziet haar en kust haar. De betovering is verslagen.